Rouke Broersma (1940 Amsterdam). Woont sinds 1975 in Bunne. Onderwijs-loopbaan (schoolmeester, leraar, pabo-docent) van 1960-2001. Publiceerde in de jaren zeventig: verhalen, gedichten (De Hoge Veluwe en andere toponiemen), een novelle en een roman (De put). In de jaren tachtig en negentig: onderwijspublicaties.
De afgelopen tien jaar:
1. Drèentse Schrieverij, een Drentse literatuurgeschiedenis en de bloemlezing Scheupers van de taol.
2. Essays en gedichten, onder andere in het tijdschrift Roet.
3. Publicaties over het Freinet-onderwijs en Freinet, waaronder Tony de Wees (de vertaling van een kinderboekje van Freinet, met autobiografische trekjes) en Célestin Freinet, een pedagoog voor onze tijd (vertaling van de Freinet-biografie van Michel Barré).
Digging The squat pen rests; as snug as a gun. Under my window a clean rasping sound Till his straining rump among the flowerbeds The coarse boot nestled on the lug, the shaft By God, the old man could handle a spade, My grandfather could cut more turf in a day The cold smell of potato mold, the squelch and slap Between my finger and my thumb
Uit: New selected poems 1966-1987, London 1987
|
Gravend Rust de logge pen; knus als een pistool. Onder mijn raam klinkt het helder zuiver schrapen Tot zijn gespannen kruis tussen de bloembedden De grove laars plantte zich op de rand, de steel Mijn God, de ouwe wist hoe met een spade om te gaan. Mijn grootvader stak meer turf op een dag De koude geur van teelaarde, het zuigen Tussen mijn vinger en mijn duim Vertaling Peter Nijmeijer (in: Mistroostig en thuis, Utrecht 1987)
|
Spitten Rust de lompe penne; knus pistool. Onder mien raam, een hemmel raspend geluud Tot zien strakke gat tussen de bloemparken De grovve leerze nesteld op de raand, de stale Mien God, de olde baos kun mit een schuppe overweg. Mien grootvan steuk meer turf op een dag De kolde locht van eerpellaand, 't zoegen en soppen Tussen mien vinger en mien doem Vertaling: Martin Koster (in: Roet, Winternummer 1996, p 97)
|
Spitten Rust plomp de pen, een knus pistool. Onder mijn raam, het helder schraapgezang Tot zijn strakke kont tussen bloembedden De ruige laars, op de rand geplant, deed God wat was die ouwe handig met de spa. Mijn grootvader stak per dag meer turf De kille humusgeur, 't zuigen en soppen Tussen mijn vinger en mijn duim
Vertaling: Rouke Broersma
|